Onafhankelijke consultancy sinds 1992

                       Galerij 3, 1411 LH  Naarden

                         tel.: 035 6943060 / fax: 035 6951632

 

home

diensten

Drs Ruud H. Veenstra RA

publicaties

actualiteiten

archief

disclaimer

                          

Chief Financial Officer, juli-augustus 2005

"CFO-column: 'Wegkijkers en meelopers', door Ruud Veenstra

Door geruchtmakende jaarrekeningaffaires en de eclips van Arthur Andersen is een gefundeerd wantrouwen ontstaan tegenover accountantscontrole. Dit fundamentele feit wordt níet weggenomen door de grootscheepse juridisering door middel van toezichthouders, vergunningen, formele regelingen en procedures. De ingezette bureaucratisering maakt erger ziek dan de goed te lokaliseren kwaal. Het ontbrak namelijk niet aan goede regels, maar aan de wil en de moed om ernaar te handelen.    

Een handvol controlerende accountants van de Big Five/Four bleek te volgzaam en hield zijn rug niet recht. De rugzwakte van deze falende accountants geneest uiteraard niet door het voor hen bedoelde medicijn toe te dienen aan andere accountants. Zelfstandig denken en handelen door accountants binnen de ondernemingscontext wordt officieel verboden en voorbehouden aan overschatte en overbelaste politici, toezichthouders en rechters. De gedragsnorm voor accountants is daarmee feitelijk verlaagd tot ‘slaafse volgzaamheid’. Toezichthouders en rechters beslissen in het vervolg, op grote afstand van de economische werkelijkheid, met grote vertraging, volgens juridische redeneringen en tegen hoge maatschappelijke kosten.

Overigens zou het te gemakkelijk zijn om wetgever of politiek ongedeeld de schuld te geven van deze dreigende ontaarding. De toonaangevende elite van het accountantsberoep heeft het er namelijk zelf lelijk bij laten zitten en hervormingen nagelaten. Deze constatering lost echter het maatschappelijke probleem niet op. Daarvoor moet de ingezette neerwaartse tendens met vereende kracht worden omgebogen. 

PLATGETREDEN PADEN In de eerste plaats dienen het accountantsoordeel en de accountantsverklaring te worden gerevitaliseerd door de controlegrondslagen op moderne en objectieve leest te schoeien en de accountantsopleiding daarop aan te passen. Aansluitend moeten personele voorwaarden worden vervuld, zodat de concernaccountant (in persoon) weer effectief en overtuigend met het bestuur, de Raad van Commissarissen en de aandeelhoudersvergadering van grote en beursgenoteerde ondernemingen kan communiceren over zijn bevindingen, zijn visies en zijn waardevolle inzichten. Zo nodig moet hij er niet tegen opzien om zijn degelijk onderbouwde oordeel over zaken die ertoe doen, ook tegen de keer in, te handhaven, dus zijn rug recht te houden. Dat is zijn kerncompetentie bij uitstek. Ook bestuurders, commissarissen en aandeelhouders zijn meer gebaat bij zelfstandige denkers dan bij meelopers en wegkijkers.     

Het voor de bedoelde kerntaak vereiste type praktijkvoerder werd in de jaren negentig niet op waarde geschat en is door gewiekste “exploitatie” van “de accountantscontrole” aan de kant gezet of naar de zijlijn verbannen. De voor bovenbedoelde cruciale accountantsrol geschikte praktijkvoerders moeten weer kansen krijgen. Intellectueel getalenteerde studenten moeten worden uitgedaagd tot een meerdimensionaal universitair denkniveau dat uitsteekt boven de platgetreden paden van de nu gebruikelijke beperkte ééndimensionale “multiple-choice”-training, en ruimte krijgen om mee te werken aan een door henzelf mee op te bouwen en te zuiveren accountantsvak.

Het is de vraag of het bestaande accountantsberoep en de bestaande accountantsopleidingen deze maatschappelijke ‘challenge’ aankunnen. Zo niet, dan moeten snel mogelijkheden voor nieuwe initiatieven worden opengesteld.